Sharing is caring
Alhoewel Nederlanders een vrijgevig volkje zijn, kunnen we nog wel wat leren van het Zuid-Afrikaanse ‘sharing is caring’. Ik heb het dan niet eens over geld. Ik zag een bericht op Facebook dat er over ging dat Nederland in de top 5 van meest welvarende landen staat. De vraag was hoeveel welvaart wil je hebben voordat je dit wil delen? Ik vraag me af of dit een kwestie is van niet willen, of dat het gewoon in de cultuur is ingebakken. In Nederland zijn we toch een stuk individualistischer aangelegd. Eigen ‘volk’ eerst en dan pas de rest. Ik zeg het wat hard, maar je begrijpt wat ik bedoel. Bel eens onaangekondigd aan bij een Nederlands gezin rond de klok van zes uur. Negen van de tien keer zal je de deur worden gewezen: ‘we zijn nu aan het eten’ of ‘we hebben niet gerekend op gasten’. Best bijzonder toch? Iemand neemt de moeite en de tijd om jou op te zoeken omdat hij je graag wil zien en spreken en wij zeggen dan zonder te blozen: nu even niet. Hier in Zuid-Afrika is eten een sociale gebeurtenis en dat doe je dus met elkaar. En met elkaar is een breed begrip: het gaat verder dan je ‘eigen groep’. Zo gaf ik twee weken geleden samen met een Zuid-Afrikaanse training en tijdens deze training werden er pizza’s gebracht. Het eerste wat zij deed was eten weggeven: sharing is caring! Een pizza aan de buren, een pizza brengen naar de guard en vervolgens waren wij pas aan de beurt. Ik geloof dat ik het zelf anders had gedaan: eerst de deelnemers van de training en wat overblijft aan een ander geven. Eerlijk zullen we alles delen, maar ik net even wat eerder dan jij… Ik denk dat ik best gastvrij ben (ik heb niet voor niets Indonesische genen) maar mijn les voor die dag was toch om mijn wereld, wat breder te zien dan alleen mijn eigen mensen…
Sharing is caring gaat verder dan alleen het delen van eten. Het gaat ook over het delen van liefde of verdriet. De afgelopen week was een zeer verdrietige week. Het 3-jarige dochtertje van een bevriend Nederlands stel is plotseling overleden. Maandagavond opgenomen in het ziekenhuis met uitdrogingsverschijnselen en donderdagochtend overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Hoe hard en oneerlijk kan het leven soms zijn? Wat mij opviel is de manier waarop wij (met name blanke Nederlanders) omgaan met verdriet en hoe Zuid-Afrikanen (en dan vooral de zwarten) omgaan met verdriet. Bij de laatste groep wordt verdriet gedeeld door bij elkaar en met elkaar te zijn: ze komen naar het ziekenhuis, zijn bij je thuis, ZONDER dat eerst gevraagd te hebben. Ze zijn er gewoon. Bij de Nederlanders zie je een andere manier van omgaan met verdriet. Wij zijn toch meer ingetogen en beheerst in onze emoties. Goede vrienden en familie komen uiteraard langs in het ziekenhuis of thuis, maar sta je wat verder weg dan houd je je afstand. Je laat via de app of sms weten dat je aan mensen denkt of belt op, maar zomaar langs gaan om zo je steun te betuigen dat doen toch veel mensen niet. Wij houden het verdriet meer bij onszelf. Op de begrafenis zag je dat ook letterlijk: blanke mensen die probeerden hun huilen in te houden. Het heeft ook zo zijn voordeel om op deze manier met verdriet om te gaan. Als je niet wordt overmand door verdriet, kan je er wellicht ook beter voor de ander zijn. Maar ja, wat als die ander alleen maar iemand zoekt die met hem mee wil grienen? Op een veldje achter ons vond ook een begrafenis plaats met voornamelijk zwarte Zuid-Afrikanen. Luidkeels ‘bezongen’ zij hun verdriet. Het schijnt dat de mensen geloven dat als je niet huilt, je ziek wordt. Er schuilde een soort acceptatie van het verdriet, van de dood en het verlies, in door. En wat ik altijd heb geleerd: eerst (je verdriet) accepteren en dan is er ruimte voor verwerking.
Ik geloof niet in één manier van verdriet delen. Ik put troost uit het gedicht van Rutger Kopland: … ‘Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven. Niemand wacht, want je bent er nog. Niemand neemt afscheid want je gaat niet weg.’
Soms wil ik niet accepteren.