Crossing borders
This post is also available in: English (Engels)
Afgelopen maand zijn we heerlijk op vakantie in eigen land geweest. Vanaf st Lucia, de oostkust van Zuid-Afrika recht omhoog naar Ponta do Ouro in Mozambique om vervolgens af te buigen naar het western e door Kruger via de Panorama route weer terug te keren naar Johannesburg. Een schitterende route waarbij we de grens twee keer passeerden. Ik was even vergeten hoe dat gaat als je geen ‘open grenzen’ hebt. Als ik voor een weekend naar Brussel of Parijs ging dan is het wel eens voor gekomen dat ik mijn paspoort gewoon vergat mee te nemen. Er staat een bord bij de grens zodat je weet wanneer je Nederland uit gaat maar spannender dan dat wordt het niet. Maar gelukkig wonen we in Afrika so we can ‘spice up our life’!
Om Mozambique in te mogen heb je een visum nodig en om gedoe bij de grens voor te zijn, hebben we dit al van te voren geregeld. Om die überhaupt te krijgen heb ik een brief en Alvara nodig van onze accommodatie waarin zij bevestigen dat wij komen. Een reservering is niet voldoende. Ik heb nog steeds geen idee wat een Alvara is maar keurig twee documentjes via de e-mail gekregen dus dat ging prima. Ook je auto moet aan bepaalde voorschriften voldoen. Zo moet je links voor een sticker van een blauwe driehoek plakken (het waarom is mij ook weer onduidelijk) en een brandblusser en twee reflecterende vestjes in de auto hebben liggen. Ik was eigenlijk vergeten dat je eerst een land uit moet, door een stukje niemandsland gaat en dan weer een land in moet. Wat inhoudt dat je twee stempels moet halen. De eerste grensovergang van Zuid-Afrika naar Mozambique verliep als een zonnetje. Ik had alles van tevoren geregeld dus binnen 15 minuten waren wij twee stempels rijker!
De terugweg ging eigenlijk bijna net zo soepel, maar om de één of andere manier geeft een grens toch altijd wat stress. Ik denk dat het komt doordat ik met name vlieg en ik niet zo goed weet hoe het proces ‘over land’ nu precies loopt (zijnde niet-Europa). Die onbekendheid brengt ook onzekerheid met zich mee. En wanneer je dan met je grote white man’s car komt aanrijden bij de grens, dan wordt je bijna letterlijk besprongen door ‘mannen’ die ons beloven zo snel mogelijk door de grensovergang te loodsen, mits wij hen daar rijkelijk voor belonen, uiteraard. Je gaat dan toch een beetje twijfelen… is het inderdaad zo’n gedoe? Gaan ze lastig doen en laten ze je lang wachten totdat ze hun geld krijgen? Wat natuurlijk met een 15 maanden oude baby achterin een warme auto niet zo bevorderlijk is voor je humeur. Ik heb daar toch al wel wat ervaring mee opgedaan in Indonesië. Dat was onder andere met een boot en als mijn ouders niet zouden betaalden, dan werden we ook niet teruggebracht naar het land. Best onhandig. Maar ook met het vliegtuig. Dat bleef toen ook ‘overboekt’ totdat we na twee dagen wachten naar de Nederlandse ambassade stapten en we gelijk dezelfde avond nog naar huis konden.
We besloten het toch maar eerst zelf te proberen. Ik stapte het ‘kantoor’ binnen. Ik zag een boel loketten, maar nergens een bord. Tsja… waar zou ik eens gaan staan? Achteraan aansluiten maar. Wanneer ik aan de beurt ben, bladert de douanier heftig door mijn paspoort heen, duidelijk op zoek naar een stempel. Dan kijkt ze me boos aan: ‘where are you going’? ‘Eh… South Africa?’ Ze zucht diep en schudt hard met haar hoofd en wijst vervolgens ergens achter haar. ‘Wrong queue, go, go’. Right. Waar wijst ze nu precies naar? Ik kies een loket aan de andere kant in de hoop dat dit de juiste is en ja hoor, ik word niet aangekeken door de douanier, maar ik krijg wel mijn stempel! Mozambique uit ging hartstikke soepel! Nu alleen nog Zuid-Afrika in.
We gaan weer in de auto zitten en rijden door het stuk niemandsland naar de Zuid-Afrikaanse kant van de grens op zoek naar de douane. En het gekke is… we zien één kantoortje maar dat staat aan de andere kant van de weg – voor als je Zuid-Afrika uit wil en Mozambique in. We rijden langzaam door en niemand die ons tegenhoudt tot dat we bij een laatste gate lijken aan te komen. ‘Dit gaat niet goed’ zegt Gerard. ‘We hebben wel een stempel nodig dat we het land weer in zijn gekomen anders krijgen we daar weer gedoe mee als we op het vliegveld staan’. Want hoe ben je dan in hemelsnaam het land ingekomen, als ze alleen een stempel kunnen vinden dat je het land bent uitgegaan… Daar heeft Gerard dan weer ervaring mee doordat hij twee paspoorten heeft en daar een foutje in had gemaakt. Bij navraag blijkt dat we toch terug moeten naar dat kantoortje aan de andere kant van de weg. Wanneer we bijna aan de beurt zijn, wordt er ineens hard geroepen dat iedereen naar de andere kant moet. Compleet onduidelijk waarom, maar iedereen loopt braaf het kantoor uit en gaat aan de andere kant opnieuw in de rij staan. Ik probeer nog te vragen waarom, maar er wordt alleen maar druk gewezen en we worden weggewuifd. Nou ja, achteraan maar weer aansluiten. Terwijl we staan te wachten aan de andere kant, is schijnbaar het ‘probleem’ opgelost want we zien nieuwe mensen binnenkomen en die worden gewoon geholpen terwijl wij met z’n allen aan de andere kant nog steeds staan te wachten. Ook nu is geduld weer een schone zaak.
Eind goed, al goed! We hebben al onze stempels en kunnen onze reis vervolgen. Deze keer worden we echter nog wel gestopt alvorens we Zuid-Afrika echt in kunnen rijden. Door een geit, loslopend op de weg. You gotta love Africa!