Barmhartige samaritaan?
Mijn eerste blog! Niet een heel luchtig onderwerp, maar wel een onderwerp waar je dagelijks meerdere keren mee wordt geconfronteerd: het zo zichtbare verschil tussen arm en rijk. Begrijp me goed: ik heb er geen problemen mee dat er verschillen zijn – de één heeft nu eenmaal meer competenties, geluk, een rijke familie of werkt simpelweg harder dan een ander. Eerlijkheid hoeft mijns inziens niet altijd direct gelijkheid te betekenen. Maar waar in Nederland iedereen toch een bepaalde basis van ‘leven’ lijkt te hebben is dat hier een ander verhaal.
Bij elk verkeerslicht staat er wel een groepje mensen. Een aantal probeert iets te verkopen zoals mandarijnen, telefoonopladers of zelfgemaakt speelgoed. Wanneer het verkeerslicht dan op rood staat, lopen ze langs elke auto om te kijken of je interesse hebt. Niks mis mee dat iemand op deze manier zijn brood probeert te verdienen. Vervolgens is er ook nog een andere groep: de beggars. En elke keer sta je weer voor hetzelfde dilemma: ga ik wat geven of niet?
Ben ik een barmhartige samaritaan (wie wil dat niet zijn) of toch niet? Want als ik ergens niet in geloof dan is het wel in ‘gewoon’ geld geven. In Nederland krijg je ook niet zo maar geld, daar moet een tegenprestatie tegenover staan. En anders mag je een bedrag lenen maar dan moet je dit met rente terug betalen. En dat is mooi want daardoor leer je met geld omgaan: wat kan ik uitgeven en hoeveel wil ik sparen? Het zorgt voor een perspectief op de toekomst. Geld geven in dit geval is zo gericht op de korte termijn… dat is geen hulp. Dat is een pleister voor het bloeden. Aan de andere kant: wij kunnen het missen – wij merken er helemaal niets van in onze portemonnee en misschien heeft deze beggar maar een baan voor drie dagen in de week en zes monden te voeden… Nu ik hier een aantal weken rondrijd, merk ik dat de beggars in groepen zijn te verdelen en dat maakt het dilemma iets makkelijker…
De eerste groep zijn de white beggars… waar over de black beggars vaak wordt gezegd: tsja, ze kunnen er niets aan doen, de overheid heeft niet goed voor ze gezorgd, wordt over de white beggars gezegd: they fucked up their own lives. Met andere woorden: eigen schuld, dikke bult. En ik moet eerlijk bekennen dat veel van de white beggars er inderdaad als een verslaafde uit zien.
Ten tweede is er de groep beggars die een bord bij zich hebben waarop staat: ik heb geen baan en moet drie kinderen voeden, ik heb kanker en geen geld voor medicijnen. Zij bedelen vooral overdag (want anders kan je het bord ook niet lezen).
Een derde groep beggars zijn degene met een doodswens. Deze groep maakt mij vooral boos. Deze groep is met name in de avond en nacht actief wanneer het donker is en zij zitten (letterlijk) op de weg tussen de rijbanen in – alsof ze aan het bidden zijn: met de scheenbenen op het asfalt en de handen naar voren. En deze beggars zie je dus NIET – ze zijn ook zwart als roet – pas op het laatste moment als je er met 80 kilometer per uur langs raast…. Serieus. Wat bezielt deze mensen? En wat als je even niet oplet terwijl je auto rijdt? En je iemand per ongeluk aanrijdt of erger?
Een vierde groep zijn de beggars zonder bord, vaak kreupel of gehandicapt en zij komen wanneer het verkeerslicht op ‘rood’ staat, langshinkelen, vragend om geld, eten of een deken.
Wat ik weer ongelofelijk vond: er schijnen best wel wat ‘fake’ beggars onder deze groep te zijn. Er zijn dus mensen die doen alsof ze niets hebben, of kreupel gaan lopen om zo maar geld of eten te krijgen. Het blijkt dat dit best een ‘business’ is… Only in South-Africa…
Van de Zuid-Afrikanen die ik hier spreek zeggen er veel dat ze nooit iets geven… Ik begrijp dat wel. Geld wil ik niet geven, maar eten in sommige gevallen wel, want als ik dan in mijn auto voor een verkeerslicht sta en ik kijk in die vragende ogen, dan doet het ergens toch ook wel een beetje pijn…